ENGINEERING EN ONTWERP
BODEMBESCHERMING - VLOEISTOFDICHTE VOORZIENING
In de industrie worden verschillende (vloei-)stoffen gebruikt die vervolgens vrij kunnen komen in het productieproces. Veel van deze (vloei-)stoffen zijn schadelijk voor de bodem en of het oppervlakte water. Veel voorkomende schadelijke (vloei-)stoffen zijn bijvoorbeeld olie, benzine of verschillende chemische stoffen. Een bedrijf is verplicht om bij bedrijfsmatige activiteiten waar het risico bestaat op het vrijkomen van bodembedreigende of oppervlakte water vervuilende stoffen, maatregelen te treffen om de bodem en het oppervlaktewater te beschermen.
De te treffen maatregelen dienen te zorgen voor een verwaarloosbaar bodemrisico zoals bedoeld in de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB). In de NRB wordt per (bedrijfs)activiteit aangegeven welke voorzieningen en maatregelen een inrichting moet treffen om de risico’s op bodembelasting verwaarloosbaar te maken.
Ieder bedrijf is verplicht om zijn bedrijfsactiviteiten te melden bij het bevoegd gezag. Afhankelijk van de activiteiten heeft een bedrijf een meldingsplicht (Activiteitenbesluit) of dient een milieuvergunning te worden aangevraagd. Het bevoegd gezag schrijft in de milieuvergunning of activiteitenregeling maatregelen voor om de bodem of het oppervlaktewater te beschermen (bijvoorbeeld een vloeistofdichte voorziening). Systems For All kan u begeleiden in het gehele traject. Wilt u weten welke bodembeschermemde maatregelen u moet nemen? Neem dan contact met ons op.
Conform AS6700 (voormalige PBV) is de definitie van vloeistofdicht: ‘Vloeistofdicht is de situatie waarbij een vloeistof, de niet met vloeistof belaste zijde van een voorziening niet heeft bereikt’.
Gemakkelijk gezegd: de voorziening laat geen vloeistoffen door.
De definitie van vloeistofkerend is: ‘Een vloeistofkerende voorziening is een fysieke barrière die een stof tijdelijk kan keren, dit in tegenstelling tot een vloeistofdichte vloer die een duurbelasting moet kunnen verdragen’.
Omdat vloeistofkerende voorzieningen stoffen maar tijdelijk keren, gelden gerichte organisatorische maatregelen (incidentenmanagement) zodat gemorste vloeistoffen direct worden opgeruimd voordat de bodem vervuild kan worden. Systems For All ondersteunt u bij het nemen van deze maatregelen. Neem contact met ons op!
Voor vloeistofkerende voorzieningen geldt dat een combinatie van beheersmaatregelen, toezicht en inspectie, uitgevoerd door de gebruiker zelf, kan leiden tot voldoende bodembescherming in relatie tot de uitgevoerde bedrijfsactiviteiten. In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld het aanwezig zijn van voldoende toezicht, het direct opruimen van morsingen en het direct verhelpen van lekkages.
Een vloeistofdichte voorziening is verplicht indien het risico op bodemvervuiling niet kan worden ondervangen door een combinatie van beheersmaatregelen, toezicht en inspectie. In deze gevallen dient een vloeistofdichte voorziening te worden gerealiseerd. Een vloeistofdichte voorziening wordt ten minste eens per zes jaar beoordeeld en goedgekeurd door een daartoe geaccrediteerd bedrijf. Daarnaast dient jaarlijks de vloeistofdichte voorziening te worden gecontroleerd. Systems For All ondersteunt u in het nemen van de juiste maatregelen om te kunnen voldoen aan de door het bevoegd gezag gestelde eisen.
De vloer moet worden aangelegd door een erkende aannemer als het gaat om een tankplaatsvloer bij een tankstation waarbij meer dan 25.000 liter per jaar wordt getankt. De aannemer moet gecertificeerd zijn volgens BRL 7700 ‘Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening’, BRL 7701 ‘Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening met prefab betonnen elementen’ of BRL 7702 ‘Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening van beton’. In alle overige gevallen waar de aanleg van een vloeistofdichte voorziening wordt vereist, geldt geen wettelijke eis om de voorziening door een erkende aannemer aan te laten leggen. Echter moet de vloeistofdichte voorziening volgens AS 6700 (voormalig CUR/PBV-aanbeveling 44), worden beoordeeld en goedgekeurd door een hiertoe erkend bedrijf. Systems For All adviseert en begeleidt u in de realisatie van uw vloeistofdichte voorzieningen.
Een Verklaring Vloeistofdichte Voorziening is het bewijs dat de vloeistofdichte voorziening voldoet aan de eisen zoals gesteld in AS 6700. Deze verklaring kan alleen worden verstrekt door een door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd inspectiebureau.
Een vloeistofdichte vloer of verharding moet 1 x per 6 jaar worden geïnspecteerd door een onafhankelijke inspecteur. Tijdens de inspectie stelt de deskundig inspecteur vast of de vloeistofdichte voorziening aan alle gestelde eisen voldoet. Bij goedkeuring wordt een Verklaring Vloeistofdichte Voorziening afgegeven.
Als de inspecteur gebreken constateert wordt een rapport opgesteld waarin de gebreken en herstelopties worden beschreven. Na uitvoering van de herstelwerkzaamheden worden de uitgevoerde werkzaamheden beoordeeld door het inspectiebedrijf. Indien het herstel naar behoren is uitgevoerd wordt alsnog een Verklaring Vloeistofdichte Voorziening afgegeven.
Een Verklaring Vloeistofdichte Voorziening kan slechts worden verstrekt door een door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd inspectiebureau.
Het bevoegd gezag controleert of een vloeistofdichte voorziening voldoet aan de daaraan gestelde eisen door het beoordelen van de Verklaring Vloeistofdichte Voorziening (voorheen PBV-verklaring).
Nee dat is niet noodzakelijk. Een Verklaring Vloeistofdichte Voorziening die in het verleden is afgegeven door middel van een inspectie conform de CUR/PBV-Aanbeveling 44 behoudt zijn geldigheid indien de bedrijfsinterne controle jaarlijks worden uitgevoerd.
Ja. Daar waar de inspectie van vloeistofdichte vloeren volgens AS 6700 een eis is binnen de NRB, geldt dat deze alleen uitgevoerd mogen worden door een persoon of instelling die voor deze werkzaamheid beschikt over een erkenning op grond van het Besluit bodemkwaliteit.
De mate van bodembedreiging kan per stof worden bepaald. Om deze bodembedreiging te bepalen is in bijlage 2, deel 3 van de NRB een methodiek omschreven. In het algemeen zijn stoffen binnen een bedrijfsmatige activiteit bodembedreigend, tenzij het tegendeel is bewezen. Systems For All ondersteunt u in het bepalen of en welke stoffen binnen uw bedrijfsproces bodembedreigend zijn.
In de NRB is de mogelijkheid opgenomen om een aanvaardbaar bodemrisico te accepteren. Hiertoe dient sprake te zijn van een bestaande inrichting waarbij het onder normale omstandigheden niet mogelijk is om een verwaarloosbaar bodemrisico te realiseren. In deze gevallen wordt op basis van een Plan van Aanpak (goedgekeurd door bevoegd gezag) ter plaatse van een bodembedreigende activiteit een grondwatermonitoring uitgevoerd. Hiermee kan men anticiperen op het beperken en herstellen van eventuele optredende verontreiniging of aantasting van de bodem.
BODEMBESCHERMING - VLOEISTOFDICHTE VOORZIENING
Vrijkomend afvalwater op (vloeistofdichte) voorzieningen wordt via het bedrijfsriool afgevoerd. Afhankelijk van de van toepassing zijnde regelgeving dient de bedrijfsriolering te worden beoordeeld conform AS 6700.
Wij willen u er op attenderen dat vrijgekomen bodembedreigende stoffen zich in de bedrijfsriolering verzamelen. Bij een eventuele lekkage van de bedrijfsriolering kunnen deze stoffen onopgemerkt in de bodem terecht komen.
Wij adviseren u om de bedrijfsriolering periodiek te laten controleren op vloeistofdichtheid. Systems For All ondersteunt u in dit traject.
Tips om verstoppingen in uw bedrijfsriolering te voorkomen:
- Plaats blad-vangers in de goot
- Maak de (platte) daken en goten regelmatig schoon
- Plaats een ontstoppingsstuk(ken) in het rioolstelsel
Vanuit een nabij de verstopping gelegen ontstoppingsstuk dient de riolering te worden doorgespoten en indien nodig te worden gereinigd. Nadat de verstopping is verholpen is het van belang dat de oorzaak van de verstopping wordt achterhaald. Na het vaststellen van de oorzaak kan beoordeeld worden of de bedrijfsriolering dient te worden aangepast om storingen in de toekomst te voorkomen.
Tijdens de engineering van de bedrijfsriolering houdt Systems For All rekening met het voorkomen van verstoppingen. Op basis van de hoeveelheid en samenstelling van het vrijkomende afvalwater wordt de juiste dimensionering voor de bedrijfsriolering bepaald. Daarnaast worden in het ontwerp altijd voldoende doorspuitstukken meegenomen om verstopping te kunnen verhelpen. Heeft u vragen over uw bedrijfsriolering, neem dan contact met ons op.
Of hemelwater mag worden geloosd op het oppervlakte water is afhankelijk van of het hemelwater mogelijk verontreinigd is met bodembedreigende stoffen. In de milieuvergunning/activiteitenbesluit wordt omschreven of hemelwater direct mag worden geloosd op het oppervlakte water.
Vanaf 1 januari 2005 mag men geen ongezuiverd huishoudelijk afvalwater lozen op het oppervlakte water. Indien de terreinriolering niet kan worden aangesloten op het gemeentelijk riool moet het afvalwater via een Individuele Behandeling Afvalwater (IBA) worden geleid. Er zijn diverse IBA-systemen. Het meest bekende IBA-systeem is de septic tank. Andere systemen zijn bijvoorbeeld de biorotor, het oxidatiebed, het helofytenfilter, etcetera.
In het Activiteitenbesluit, het Besluit lozing afvalwater huishoudens en het Besluit lozen buiten inrichtingen staat hoe men de lozingen van huishoudelijk afvalwater heeft geregeld.
Voor lozingen tot 6 lozingseenheden (= 6 i.e.) staat een middelvoorschrift opgenomen. Deze middelvoorschriften staan in de bij de besluiten behorende ministeriële regelingen. Hierin staat ook dat de inhoud en bouw van de IBA moet voldoen aan de normen NEN-EN 12566-1. Als de IBA voldoet aan de NEN-EN 12566-1 heeft het ook een CE-markering.
Voor lozingen groter dan 6 i.e. gelden alleen lozingsgrenswaarden. Deze grenswaarden heeft men gebaseerd op het CIW-rapport ‘Individuele Behandeling van Afvalwater IBA-systemen (1999). De regelgeving geeft in deze gevallen alleen lozingsgrenswaarden aan en schrijft geen IBA voor (en stelt daar dus ook geen eisen aan).
Men heeft via het vangnetbepaling geregeld dat men niet via een septic tank mag lozen op de riolering. Het afvalwater afkomstig van een septic tank waarin anaërobe afbraak heeft plaatsgevonden, kan de doelmatige werking van de rioolwaterzuiveringsinstallatie nadelig beïnvloeden.
BODEMBESCHERMING - VLOEISTOFDICHTE VOORZIENING
De voorschriften voor duurzaam bouwen zijn opgenomen in de bouwregelgeving (Bouwbesluit 2012). Het Bouwbesluit omschrijft voorschriften zoals ‘Bepalingsmethode milieuprestaties gebouwen en GWW-werken’. Met deze methode kunt u de milieueffecten voor het bouwen van een bedrijfshal, woning of kantoor berekenen. U moet de berekening samen met de aanvraag van een omgevingsvergunning voor bouwen indienen.
Duurzaam bouwen betekent dat woningen, gebouwen en andere bouwwerken ontwikkeld en gebruikt worden met respect voor mens en milieu. Het gaat bij duurzaam bouwen niet alleen om energiebesparing in het gebouw, maar bijvoorbeeld ook om:
- gebruik van duurzame materialen die rekening houden met het milieu en de gezondheid van bewoners en gebruikers;
- een gezond binnenmilieu bijvoorbeeld door goede ventilatie om vocht, schimmel en ophoping van schadelijke stoffen te voorkomen;
- de realisatie van een prettige werkomgeving;
- duurzaam slopen, om de materialen die vrijkomen bij de sloop opnieuw te kunnen gebruiken (hergebruik en recycling);
- verantwoord watergebruik;
- voorkomen dat grondstoffen voor bouwmaterialen uitgeput raken.
Duurzaam bouwen is niet per se duurder dan traditioneel bouwen. Door andere bouwwijzen en materiaalgebruik kan duurzaam bouwen soms goedkoper zijn. Daarnaast is van belang naar welke kosten wordt gekeken.
Subsidie duurzaam bouwen:
De overheid stimuleert duurzaam bouwen en verbouwen met de volgende subsidies::
- Groenregeling: goedkope financiering voor duurzaam vastgoed;
- Tender NESK: voor energiezuinige scholen en kantoren;
- MIA: belastingvoordeel voor duurzame bedrijfsinvesteringen.
Het Bouwbesluit 2012 bevat voorschriften voor veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiegebruik en het milieu. Alle bouwwerken moeten aan deze voorschriften voldoen.
Turn-Key of ‘sleutelklaar’ betekent voor u als opdrachtgever dat u op een overeengekomen tijdstip uw pand in een zodanige staat kunt betrekken, zodat u na overdracht direct met uw bedrijfsactiviteiten kunt beginnen. Om zover te komen worden uw wensen vanaf het eerste gesprek verwerkt in ontwerp en uitvoering. Heeft u nog vragen of wilt u meer informatie? Neem dan contact met ons op.
Wanneer uw bedrijf het milieu belast, moet u een milieuvergunning aanvragen of een melding Activiteitenbesluit doen. Belast u het milieu niet of weinig? Dan is dit niet nodig. De algemene milieuregels gelden voor ieder bedrijf.
Welke milieuregels gelden voor uw bedrijf wordt bepaald door het type waaronder uw bedrijf valt:
- Type A: geen milieuvergunning, geen melding Activiteitenbesluit
Belast uw bedrijf het milieu niet of weinig? Dan valt uw bedrijf in type A. U hoeft dan geen milieuvergunning aan te vragen voor uw bedrijfsactiviteiten. En ook geen melding Activiteitenbesluit te doen. Type A-bedrijven zijn bijvoorbeeld: kantoren, banken en peuterspeelzalen.
- Type B: melding Activiteitenbesluit doen
Belast uw bedrijf het milieu aanzienlijk? Dan valt uw bedrijf in type B. U moet dan een melding Activiteitenbesluit doen voor uw bedrijfsactiviteiten. De melding Activiteitenbesluit kunt u online doen via de AIM. Type B-bedrijven zijn bijvoorbeeld: drukkerijen, autoherstelbedrijven en tandheelkundige laboratoria.
Voor bepaalde activiteiten moet u een melding Activiteitenbesluit doen en een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) aanvragen. Met de AIM kunt u bepalen of dit voor uw bedrijf geldt. Een OBM kunt u aanvragen via het Omgevingsloket online.
- Type C: milieuvergunning aanvragen
Belast uw bedrijf het milieu op grote schaal? Dan valt uw bedrijf in type C. U moet dan een milieuvergunning aanvragen voor uw bedrijfsactiviteiten. U kunt een milieuvergunning aanvragen via het Omgevingsloket online. Type-C bedrijven zijn bijvoorbeeld grote metaalverwerkende bedrijven en motorcrossterreinen.
Bent u van plan iets te bouwen of te slopen? Dan kunt u een omgevingsvergunning aanvragen via de website van uw gemeente of bij het Omgevingsloket online. Hier kunt u de vergunningscheck doen, waarna automatisch wordt aangegeven of u een vergunning moet indienen of er een meldingsplicht is. Uiteraard ondersteunt Systems For All u hier graag in. Neem contact met ons op.
Nadat de aanvraag is ingediend, moet het bevoegd gezag de aanvraag publiceren. Voor de uitgebreide aanvraag is geen publicatie van de aanvraag nodig, maar wordt de ontwerpbeschikking gepubliceerd. Op het moment dat de aanvraag volledig is, zal het bevoegd gezag de aanvraag inhoudelijk beoordelen, waaraan het getoetst wordt aan alle mogelijke weigeringsgronden. Nadat eventuele aanhoudingsgronden zijn vervallen, dient het definitieve besluit te worden genomen. Voor een reguliere procedure geldt de zogenoemde ‘fatale termijn’. Dat wil zeggen: wanneer de gemeente niet binnen de gestelde termijn een besluit heeft genomen, wordt de vergunning 'van rechtswege' verleend. Na het verlopen van de fatale termijn is er dus 'automatisch' een vergunning. Dit noemt men ook wel een ‘fictief verleende vergunning’. Voor de uitgebreide procedure geldt geen fatale termijn. De termijnen waarin het bevoegd gezag beslist moet hebben over de aanvraag, zijn:
- voor een reguliere omgevingsvergunning: 8 weken;
- voor een uitgebreide omgevingsvergunning: 26 weken;
- voor een gefaseerde reguliere omgevingsvergunning 8 weken in de eerste fase en 8 weken in de tweede fase;
- voor een gefaseerde omgevingsvergunning, 1e fase regulier, 2e fase uitgebreid: 14 + 26 weken;
- voor een gefaseerde omgevingsvergunning, 1e fase uitgebreid, 2e fase regulier: 26 + 14 weken.
Als het bevoegd gezag niet binnen de termijn de beslissing heeft genomen over de aanvraag, wordt deze van rechtswege verleend. Dit betekent niet dat direct gebruik gemaakt kan worden van de vergunning. De vergunning treedt pas in werking wanneer de termijn waarbinnen bezwaar ingediend kan worden, is verstreken. Als bezwaar wordt ingediend, moet hierover eerst een beslissing genomen worden voordat van de vergunning gebruik kan worden gemaakt.
De legeskosten verschillen per gemeente en activiteit. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een groot aantal taken. Een deel van deze taken wordt in de vorm van een dienst door bewoners of bedrijven individueel afgenomen. Om gemeenten tegemoet te komen in de kosten die zijn gerelateerd aan deze taken, betalen afnemers van gemeentelijke diensten leges.
BODEMBESCHERMING - VLOEISTOFDICHTE VOORZIENING
Facility management omvat het geheel van zaken waarmee het huishouden van een bedrijf wordt geregeld. Er wordt zorg gedragen voor alle faciliteiten van het bedrijf zodat iedere medewerker zijn werk goed kan uitvoeren. Goed facility management zorgt dat werknemers zich alleen hoeven te richten op de uitvoering van hun taak. Hierdoor wordt de kwaliteit en kwantiteit van de uit te voeren werkzaamheden verhoogd en worden kostenbesparingen gerealiseerd voor het bedrijf. Goed facility management vertaald zichzelf in een grotere winstgevendheid van de organisatie.
Integrated facility management (IFM) ontwikkelt zich snel en verandert in context en uitvoering voortdurend. Opdrachtgevers maken andere keuzes en suppliers kiezen voor andere proposities.
Wat is strategisch facility management? Hoe sluit de facilitaire functie aan op de primaire organisatie? Op welke wijze operationaliseer ik mijn facilitaire strategie? Welke instrumenten kan ik daartoe gebruiken? Hoe bewaak ik de kwaliteit van de facilitaire functie in relatie tot de behoeften? Allemaal vragen die aan de orde komen als we de richting willen geven aan de strategie van het facilitair bedrijf.
Als definitie van facilitaire strategie wordt gehanteerd:
Facilitaire strategie is de wijze waarop de missie en de doelen van de facilitaire organisatie worden gerealiseerd hetzij intentioneel en planmatig dan wel achteraf ontstaan. De facilitaire organisatie draagt bij aan de optimalisering van de kwaliteit en winstgevendheid van de organisatie. Het beheer en invulling van de facilitaire organisatie dient daarvoor aan te sluiten op de behoeften van de primaire organisatie.
Herkent u de nadelen van traditioneel beheer bij uw organisatie?
- Verdeeld beheer van informatie;
- Zoeken naar (juiste) informatie;
- Dubbel werk;
- Fouten en misverstanden;
- Kostbare correcties en meerwerk;
- Geschillen over gegevens.
Systems For All zorgt voor goed facility management. Hierdoor wordt extra budgettaire ruimte, besparing van kostbare grondstoffen en verbetering van de kwaliteit van uw product gerealiseerd. Wij stellen graag een Plan van Aanpak op om u te overtuigen. Voor meer informatie neem contact met ons op.